Help mee historische rampliederen hoorbaar te maken!
Het water stroomt zeer krachtig,
Vernielt, verbrijzelt in zijn vaart,
Geen huis of hut blijft nu gespaard.
Huisboel, voorraad sleept het mee,
Herschapen is het land in zee.
Als mensen door een ramp worden getroffen, zoeken ze vaak troost bij elkaar. Minder bekend is dat er een heel lange traditie van rampliederen bestaat: door samen te zingen zochten mensen steun bij elkaar. In haar onderzoek naar de verwerking van rampen in Nederland stuitte Lotte Jensen op liederen over branden, overstromingen, droogte en insectenplagen. In samenwerking met het Utrechtse muziekgezelschap Camerata Trajectina werkt ze nu aan een CD waarin deze traditie van het Nederlandstalige ramplied tot leven wordt gewekt. Help je mee dit project te realiseren en deze rampliederen voor iedereen beschikbaar te maken?
Spectaculaire details
Uit een grote hoeveelheid liederen van de 17e tot de 20ste eeuw is een selectie gemaakt die door Camerata Trajectina wordt uitgevoerd. Er ontstaat zo een rijk en gevarieerd beeld van de wijze waarop mensen vroeger rampspoed verwerkten. De liederen staan bol van emotionele uitroepen, troostrijke woorden en leerrijke boodschappen. Maar ze zijn bovenal spectaculair: om de aandacht van het publiek vast te houden wemelt het van de sensationele details over wat er precies is gebeurd. Drijvende lijken, ontredderde vluchtelingen en wonderbaarlijke reddingen: het passeert allemaal de revue. Zo wordt een vijfjarige jongetje op miraculeuze wijze gered na een verwoestende explosie in de binnenstad van Leiden in 1807. Maar in een watersnoodlied uit 1861 ziet een echtpaar tot hun ontsteltenis hun pasgeboren baby in de golven sterven. Het verdriet is immens: ’t Van een gereeten ouder-hart, Beweent ’t ontroofde kroost, met rood-bekreetene oogen’.
Watersnoodliederen
De liederen vertellen ook de geschiedenis van Nederland. Zo loopt de strijd tegen het water als een rode draad door het Nederlandse muzikale verleden: van de Sint-Elisabethsvloed in 1421 tot aan de Watersnoodramp van 1953. Het watersnoodlied krijgt dan ook veel aandacht op de CD. Daarnaast zijn er catastrofes geweest die nog altijd in het collectieve geheugen van Nederland voortbestaan, zoals de Amsterdamsche Schouwburgbrand van 1772 of de Leidse buskruitramp van 1807.
Camerata Trajectina
Muziekgezelschap Camerata Trajectina speelt een belangrijke rol in dit project. Met de muziek van de 16e en 17e eeuw en de eigen schoonheid van de Nederlandse taal brengt Camerata Trajectina de Nederlandse geschiedenis tot leven. Speelse en theatrale presentaties spiegelen de cultuur en maatschappij van toen aan ons herkenbare heden. Lees meer en luister op de website van Camerata Trajectina.
Help je mee?
Door de liederen op te nemen met professionele muzikanten en een CD uit te brengen, komt de Nederlandse geschiedenis tot leven. We laten zien dat ze een grote rol speelden bij de verwerking van rampspoed. Muziek bood troost en saamhorigheid in tijden van crisis, en doet dat nog steeds.
Om dit project te realiseren is € 10.000 nodig. Wil je helpen? Doneer dan via deze site. Ieder bedrag is welkom. Samen kunnen we de traditie van het Nederlandstalige ramplied tot leven wekken.
Verder lezen?
Via het menu lees je meer over de geschiedenis van het ramplied in Nederland, over watersnoodliederen in het bijzonder, liedteksten en achtergrond literatuur.
Geschiedenis van rampliederen
Zingen over rampen is al eeuwenoud. Bij overstromingen, branden of insectenplagen gingen zangers de straat op om het sensationele nieuws te verspreiden. Maar ze wilden het publiek ook een morele les meegeven.
In vroeger tijden werd volop gezongen na catastrofes die een grote impact op de gemeenschap hadden. Het oudste lied over een Nederlandse natuurramp gaat, voor zover nu bekend, over ernstige droogte in Brabant en dateert uit 1611. Daarvan zijn helaas geen exemplaren overgeleverd. In de loop van de zeventiende eeuw verschenen steeds meer rampliederen, die over verschillende onderwerpen gingen: zo werd een muggenplaag in Friesland in 1664 bezongen en de watersnood van 1682, die grote delen van Zeeland onder water zette.
Globaal vervulden rampenliederen vroeger vier verschillende functies: ze verspreidden het nieuws, ze brachten een morele boodschap over, ze versterkten het saamhorigheidsgevoel en ze hadden een esthetische functie. Ten eerste hadden ze een informatieve functie. Zangers brachten de liederen ten gehore op markten, pleinen en andere openbare gelegenheden. Op die manier kon het nieuws zich snel verspreiden; ook mensen die niet konden lezen vernamen zo wat er gebeurd was.
Het nieuws in de liederen werd vrijwel altijd gekoppeld aan een godvruchtige boodschap: mensen moesten vromer gaan leven om te voorkomen dat God hen met nieuwe rampen zou straffen. Met deze godvrezende boodschap opende bijvoorbeeld een lied uit 1624, over de doorbraak van de Lek bij Vianen:
Als men schreef sesthien hondert
En vierentwintich Iaer
Heeft Gods oordeel ghedondert,
Door een Water-vloet swaer
Daar deur Godt toonde claer
Dat hy was seer verstoort
Om dat elck voor en naer,
Inde zonden ginck voort
Naast het verspreiden van nieuws en het overbrengen van een religieuze moraal boden de liederen ook een uitweg om samen te rouwen en collectief stil te staan bij het verlies. Er werd uitgebreid stil gestaan bij schrijnende gevallen en het leed dat een catastrofe veroorzaakte. Door samen te zingen – in kerkgemeenschappen en daarbuiten – werd het saamhorigheidsgevoel versterkt: dit was een rouwproces waar iedereen doorheen ging en waarbij de hele gemeenschap betrokken was. Soms was het doel ook om geld op te halen voor de slachtoffers. Benefietliederen komen we al tegen aan het begin van de negentiende eeuw, een traditie die tot op de dag van vandaag voortleeft.
Tot slot hadden de liedmakers ook vaak de ambitie om een mooie tekst op een gepaste melodie te produceren. Auteurs brachten niet alleen het nieuws, maar ze deden dat op een eloquente wijze, waarbij ze gebruik maakten van stilistische middelen. Een van de meest esthetische rampliederen is misschien wel het tranentrekkende lied ‘Traanrijk en Troosthart’ uit 1775 van de predikant Olivier Porjeere. Bij monde van het personage Traanrijk wordt verslag gedaan van de watersnoodramp van 1775, maar dat gebeurt op een veel literairdere manier dan een dan een krant zou doen:
Het zindelijk Zaandam bekermt zijn lotgeval.
Het dijkrijk Heusden heeft in zijn’ bedamden wal.
De Landklagt kan alöm van ’s Hemels roede spreeken.
Het noodbericht vliegt voort uit Kennemerlandsche streeken.
Tegenwoordig vervullen liederen geen nieuwsfunctie meer bij rampen, maar het collectief beleven van rouw en scheppen van saamhorigheidsgevoel bestaat nog wel. Dat komt vooral tot uiting bij liefdadigheidsacties. Denk maar eens aan alle muzikale initiatieven tijdens de coronacrisis.
Watersnoodliederen
De Nederlandse geschiedenis wordt gekenmerkt door de strijd tegen het water. Al eeuwenlang werken Nederlanders samen om ‘de waterwolf’ te bedwingen, en met succes. Denk aan de Deltawerken, die ook wel te boek staan als een modern wereldwonder.
Maar evenzo vaak ging het mis. In de loop der eeuwen vonden tal van overstromingen plaats met dramatische gevolgen voor de bewoners en wijde omgeving. Denk aan de Sint-Elisabethvloed van 1421, de Kerstvloed van 1717, de Zuiderzeevloed van 1916 of de Watersnoodramp van 1953. Over al die gebeurtenissen is volop gezongen.
Het oudst bekende watersnoodlied dateert uit 1624 en ging over een dijkdoorbraak van de Lek bij Vianen. Het was geschreven door de doopgezinde predikant Leenaert Clock, die zijn publiek een stichtelijke boodschap wilde meegeven. Volgens hem moest de zware overstroming als een straf van God worden gezien. In de eeuwen erna verschenen tal van andere liederen, die ook vaak een religieuze les hadden. Sommige waren speciaal gericht op een publiek van kinderen. Zo verscheen er een bundel met Vaderlandsche gezangen voor de Nederlandse jeugd (1786) waarin de kinderen de Nederlandse geschiedenis in 26 liederen leerden. De Sint-Elisabethsvloed, Sint-Felixvloed (1530) en de Allerheiligenvloed (1570).
Een van de meest bijzondere watersnoodliederen is het Watersnood-Wilhelmus uit 1881. Toen werd een benefietavond georganiseerd voor de slachtoffers van de watersnoodramp die in december 1880 het Brabantse Nieuwkuijk had getroffen. Het lied was tegelijkertijd een eerbetoon aan koning Willem III, die werd neergezet als een daadkrachtige ‘watervorst’, die heer en meester over het water was.
Tot op de dag van vandaag verschijnen er watersnoodliederen. In 2018 maakte het zangduo Yentl en de Boer een lied over de Watersnoodramp van 1953, waarin de eigen familiegeschiedenis was verwerkt. Luister naar een live-registratie van het lied in het programma OVT, NPO Radio 1, op 29 oktober 2019.
Bronnen en liedteksten
De rampliederen zijn te vinden in de Nederlandse liederenbank, waarin bijna 170.000 liederen zijn opgenomen, van de Middeleeuwen tot nu. Bij de liederen staat soms een melodie vermeld, maar lang niet altijd. Soms staat er alleen een aanwijzing, zoals ‘Op een treurige wijs’. Andere keren gaat het om melodieën, die vaker gebruikt werden, zoals ‘Op de wijs van Biron’. Het gebruiken van bestaande melodieën voor een nieuwe tekst wordt ‘contrafact’ genoemd.
De Contrafactuur is hèt specialisme van Camerata Trajectina. Sinds de oprichting in 1974 heeft het ensemble meer dan 40 cd's en lp's opgenomen en hierbij een grote expertise opgebouwd met het terugvinden van de juiste melodieen bij bestaande teksten. Dankzij deze inspanningen is de enorm corpus aan poezie van o.a. Bredero, Hooft en Vondel weer in ere hersteld. Namelijk door gezongen te worden. Hun kennis en ervaring is essentieel om de rampliederen uit het onderzoek, na soms honderden jaren, weer tot klinken te brengen.
Rampliederen werden vaak opgenomen in liedboeken, waarin ook allerlei andere onderwerpen aan bod kwamen. Dat waren vaak commerciële successen. Dat geldt bijvoorbeeld voor boekjes als Een nieuw liedt-boekje, genaamt het Dubbelt Emausje, bestaende in eenige nieuwe liedekens (1683), De nieuwe Dirkslandse speel-wagen (1767) en De Vrolyke schoorsteenveeger (1791).
Onder de auteurs komen we opvallend veel predikanten tegen. De Haarlemse doopsgezinde predikant Leenaert Clock publiceerde bijvoorbeeld Het groote liede-boeck (1625), waarin een lied over de doorbraak van de Lek bij Vianen te vinden was. De Rotterdamse predikant Franciscus Ridderus, bekend van zijn Huys-gesangen (1658) schreef over rampen in een stichtelijke context. Adrianus Mandt werkte als predikant in Gorinchem en schreef een hele serie Boetzangen ter gelegenheid en gedachtenis van den geduchten Watervloed des jaars 1799.
Media
https://www.nporadio1.nl/langs-de-lijn-en-omstreken/onderwerpen/53853-2019-07-02-rampliederen-zijn-van-alle-tijden
https://www.volkskrant.nl/wetenschap/historische-rampliederen-band-aid-had-veel-voorgangers~b2129ff2/
Meer lezen
Lotte Jensen, 'Een onbekende variant van het Wilhelmus: het Watersnood-Wilhelmus uit 1881'. In: Nieuw Letterkundig Magazijn (2019), online.
Lotte Jensen, 'Zingen om het hoofd boven water te houden. Overstromingen en de Nederlandse liedcultuur. In: Tijdschrift voor waterstaatsgeschiedenis 28 (2019) 2, 78-91
Lotte Jensen, 'Traanrijk en Troosthart. Zingen over watersnoodrampen in de achttiende eeuw'. In: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 42 (2019) 1, 1-14
Lotte Jensen, ‘Disaster upon disaster inflicted on the Dutch. Singing about natural disasters in the Netherlands, 1600-1900’, BMGN – Low Countries Historical Review 134 (2019) 2, 45-70. http://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10449.
Meer weten
Onderzoek naar rampen in Nederland: www.dealingwithdisasters.nl